Biologienieuwtjes,  Leestip

Apen zijn Sociaal Opportuun. Wij niet altijd.

Vorige week was ik bij een lezing van Patrick van Veen. Deze Gedragsbioloog heeft veel onderzoek gedaan naar de samenlevingsvormen binnen apengemeenschappen, en bekeken hoe deze relaties terugkomen in onze scholen en kantoren. Conclusie: apen discrimineren niet, want dat kunnen ze zich niet veroorloven.

We we hebben het hier al eerder over Apen gehad. Zo beschrijft Constanze Mager Apenbazen en bespreek hoofdstuk van mijn boek uitgebreid het werk van Frans de Waal. Van Veen gebruikt apen momenteel vooral in zijn werk tegen pesten (met Sarah Mutsaers). Hij heeft gemerkt meer dan nog dan in scholen, pesten erg is in ziekenhuizen en universiteiten.

Van Veen in Actie

Veiligheid gaat om vrijheid van schade en stress. Om vrij zijn van dreiging zonder daarover controle te hebben. Dat past vaak niet in kantoorconcepten. Deze zijn dan misschien wel gemaakt voor de ene apensoort, zoals een chimpansee, maar niet voor een Oerang Oetang. Deze zit liever alleen. Van Veen. kijkt naar hier dus mensengemeenschappen als een mix van verschillende apensoorten.

Apen kennen geen uitsluiting. Dit komt omdat ze iedereen nodig hebben. Dit betekent dat iedereen begrenst wordt door het groepsbelang. Hierdoor gelden er gedragsregels en zijn er belangrijke rituelen. Hierdoor kan een hiërarchie ontstaan, die zorgt dat de kolonie kan overleven.

Dit betekent echter niet dat de baas alles kan doen. Zijn positie bestaat bij de gratie van de groep. Apen zijn in die zin meer democratisch dan bedrijven. De baas wordt niet van bovenaf benoemd. Ook zijn de bazen bij de Bonobo’s vrouwen. Biologen waren zo geprogrammeerd met menselijke vooroordelen dat ze dat pas in de jaren ’90 accepteerden.

Bovendien kan iemand die onderaan staat wel degelijk gewaardeerd worden. Apen zijn namelijk sociaal opportuun. Zij bekijken elkaar en anderen met een bril van ‘wat kan ik aan je hebben’ in plaat van ‘wat maakt je anders?’ zoals wij vaak doen. Van Veen vertelt over een Aap met een afwijking aan zijn arm. Waar wij die zielig zou hebben gevonden, werd deze apen direct ingezet in een positie waar zijn type arm zorgde dat ie bij voedsel kon, waar de rest dat niet niet kon. Dat is iets waar ons onderwijs systeem van kan leren, bijvoorbeeld in het kader van Neurodiversiteit.

Mensen apen hebben voor bijna 99% hetzelfde. DNA. Net als ons leren ze vooral van elkaar en mensen die op ze lijken. De Instamgramrij zouden ze herkennen. Ook bij de apen is trouwens niet alles gelijk. Bovenstaat zijn bijvoorbeeld Japanse Makaken. Ze leerden van de mensen dat zo’n stoombad lekker is. Maar alleen de hoogstgeplaatste apen mochten het water in.

Mensen willen vooral voorspelbaarheid. Daarom bouwen we allemaal vooroordelen in in onze beelden van elkaar (Heuristiek zoals de Israëlische gedragseconoom Kahneman dat noemt). Dat is voor ons een overlevingsmechanisme. Als we dat loslaten zoals de apen, of dat lig bespreekbaar maken, dan begrijpen we elkaar beter. Bert Haanstra liet dat al zien in zijn film ‘Bij de Beesten af’ (deze staat nu helemaal op Youtube).

Van Veen eindigt nog met het voorbeeld van Iruku, een chimpansee waarvoor hij gewaarschuwd was. Chimpansees houden bovendien niet van brillen, dus een keer op een expeditie rond zonder bril. Daardoor herkende hij haar niet. Hierdoor gedroeg hij zich niet angstig tegenover haar, en kon haar prima dragen. De Les die hij daaruit haalde was duidelijk: zet ook zelf eens je Bril af.

Van Veen schreef onder andere “Help! Het is hier een beestenbende“, een bionische kijk op grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer.

Laat een antwoord achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *